
Fries in het verenigingsleven
Friese cultuur bij SC Heerenveen: een traditie in transitie
Een onderdeel van het sociale leven in de BFTK, is dat er meer moet worden geïnvesteerd in het Fries bij het verenigingsleven. Oorspronkelijk was het verenigingsleven een omgeving waarin het Fries een zeer stevige positie had. Alhoewel dit nog steeds wel het geval is, lijkt het Fries toch minder gebruikt te worden.
In de BFTK is daarom besloten om in samenwerking met Sport Fryslân sportverenigingen bewust te maken en te ondersteunen om de Friese taal meer te gaan gebruiken. Een club die zichzelf profileert als dé club van Friesland is SC Heerenveen. Deze club zou juist een boegbeeld moeten zijn voor het gebruik van de Friese taal en cultuur. De cultuur van de club heeft een behoorlijke transitie meegemaakt. Een verhaal over de geschiedenis, het heden en de toekomst van de Friese taal en cultuur bij SC Heerenveen.
Van het Fries volkslied tot Friestalige social-mediaposts: de Friese taal en cultuur zit diep verankerd in het DNA van SC Heerenveen. Zowel binnen als buiten het stadion doet de club haar best om de Friese identiteit terug te laten komen.
​​​
Opvallend is dat ondanks de club de Friese cultuur uitstraalt, er onder het personeel en de spelers meer Nederlands dan Fries gesproken wordt. Dit in tegenstelling tot voor de eeuwwisseling. In die tijd was Riemer van der Velde voorzitter van SC Heerenveen. ,,Hast elkenien op kantoar prate Frysk mei-inoar”, vertelt Van der Velde, die voorzitter was van 1983 tot en met 2006. ,,Ek ûnder de spilers en stêf waard geregeld Frysk praat. De spilers moasten op syn minst Nederlânsk of Frysk ferstean kinne. Tsjintwurdich is Ingelsk ferstean al genôch. Dat is spitich.”
​
​
​
​
​
​
​
​
​
Geen regels
Regels voor personeel en spelers van SC Heerenveen voor het gebruik van de Friese taal zijn er niet en zijn er ook nooit geweest. Het wordt niet van de medewerkers verwacht om Fries te kunnen verstaan of te spreken, ook al is dit wel een pré. De voertaal onder spelers en de staf is Nederlands, maar er wordt zo langzamerhand ook steeds meer Engels gesproken. Dit in tegenstelling tot vroeger. ,,Der waard altyd Nederlânsk of Frysk praat troch de trainers. Miskien dat ast no mear Friezen delsette, de taal mear weromkomt”, meent Van der Velde.
​
Dit komt volgens woordvoerder Marco Heerschop door de verandering in de samenstelling van selectie. De selectie bestaat uit veel verschillende nationaliteiten, waarin niet iedereen het Nederlands vaardig is, maar wel het Engels. Toch wordt er zo nu en dan nog weleens Fries gesproken binnen de club. ,,Drie van de vier keepers zijn Friestalig (Jan Bekkema, Andries Noppert en Bernt Klaverboer, red.), en ook de teammanager is een Fries. Zij praten onderling nog wel Fries met elkaar.”
​
In de tijd van Van der Velde was dit anders. In de eerste jaren van de erevoorzitter was er zelfs een idee om met een regioteam het tot de eredivisie te schoppen, met enkel spelers uit de regio. In eerste instantie was dit niet de reden om het Fries te behouden. ,,It gie finansjeel net goed”, vertelt Van der Velde. ,,Troch jonges út de regio te heljen, waarden de kontrakten goedkeaper en wiene der gjin húsfestingkosten nedich.” Het plan werd echter na een jaar al van tafel gehaald, omdat het gewenste niveau niet kon worden bereikt. Hierdoor werd ook het gebruik van de Friese taal minder.
​
'Ik bin absolút grutsk op de Fryske identiteit fan de klup,
mar ik fyn net dat we it fan de dakken hoege te skreauwen'
​​
Fries volkslied naar het stadion
Misschien wel het belangrijkste element van de Friese cultuur in het Abe Lenstra stadion is het Fries volkslied. Voor elke thuiswedstrijd wordt deze luidkeels meegezongen door de supporters van SC Heerenveen en vaak uitgefloten door de bezoekers van het uitspelend team.
​
Toch is het volkslied pas sinds begin jaren 90 tijdens elke thuiswedstrijd te horen. Daarvoor werd het alleen bij wedstrijden in de nacompetitie gespeeld. ,,Doe't we promovearren, besleaten we it folksliet ek by guon belangrike wedstriden hearre te litten”, vertelt Van der Velde. Dit waren de derby’s tegen FC Groningen en SC Cambuur, maar ook de wedstrijden tegen de traditionele top drie: Ajax, PSV en Feyenoord.
​
Onder supporters bleek het volkslied een groot succes. ,,Yn dy tiid hawwe we in enkête hâlden oer it Frysk folksliet ûnder supporters fan binnen Fryslân en bûten Fryslân. 98 persint fan de supporters fan binnen Fryslân fûn dat we it folksliet foar elke thúswedstriid spylje moasten. En 100 persint fan de supporters bûten Fryslân fûn dit ek”, weet Van der Velde. Sindsdien is het volkslied voorafgaand elke thuiswedstrijd te horen.
​
Zichtbaarheid binnen en buiten het stadion
Buiten het stadion straalt de Friese club eveneens haar identiteit uit. Via social media wordt veel in het Fries gecommuniceerd, afhankelijk van de doelgroep en het soort bericht. ,,Dit hebben we ingevoerd sinds de opkomst van social media”, vertelt Heerschop. De reden hiervoor is dat een ruime meerderheid van de supporters Fries is en de club op deze manier wil laten zien dat SC Heerenveen dé club van Friesland is. Regels voor social media heeft de club niet. ,,Dit hangt af van de soort post en voor wie het bedoeld is, maar waar kan doen we het in het Fries.”
​
In het stadion is het Fries ook zichtbaarder geworden. Naast het Fries volkslied, zijn er verschillende Friese quotes en spreuken te vinden. Van der Velde vindt dit een beetje overdreven. ,,Ik bin absolút grutsk op de Fryske identiteit fan de klup, mar ik fyn net dat we it fan de dakken hoege te skreauwen.”
​
Een losstaand beleid voor de het gebruik van de Friese taal is er dus niet. Ook worden er geen externe organisaties ingeschakeld om bijvoorbeeld de Friese taal vaardig te maken onder spelers. De club vindt dit niet nodig en tevens heeft het Fries niet de belangrijkste prioriteit. Heerschop: ,,We willen ons vasthouden aan de Friese tradities rondom de club. Dit zorgt voor de verbinding met de club, waardoor supporters naar het stadion blijven komen.”

Riemer van der Velde. Foto: Pro Shots

Het Abe Lenstra Stadion met de bekende pompeblêden op de tribune. Foto: Wikimedia